We all know what light is, but it isn’t easy to tell what it is. Het motto van Richard Out, eigenaar en lichtontwerper van Noorderlichtadvies en vormgeving. Op woensdag 20 november presenteert hij op Future Lighting zijn ervaring als lichtontwerper als het gaat over refurbished armaturen.
Richard Out: “Ik hou me vooral bezig met het lichtbeeld en minder met het voortbrengen van licht. Ruim 20 jaar geleden zat ik aan de andere kant, ik verkocht armaturen en dat maakt dat je er ook anders in gaat staan. Ik was er van bewust dat ik meer of minder beschermd werd door richtlijnen, normen en lichtberekeningen die er werden gemaakt. Als dat klopt en je voldeed hieraan, dan hoefde je verder bij wijze van spreken niet na te denken.”
Gaandeweg ontdekte hij echter dat deze benadering tekortschiet: “Dit is de verkeerde weg. Op deze manier bedienen wij de mens niet goed met licht. Sinds ik op deze manier ben gaan denken, ben ik erachter gekomen dat ik veel meer inhoud kan geven aan het vak. Het gaat niet alleen om mooi licht creëren, maar vooral om de milieutechnische en energetische aspecten.”
Richard gaat verder: “het lijkt vaak dat als we het voor onszelf goed doen, het voldoende is. Maar er is zoveel meer mogelijk. Een oud-collega triggerde me om na te denken over refurbished armaturen. Waarom doen we daar zo moeilijk over? Refurbishen betekent simpelweg revitaliseren, iets wat in de bouw al heel lang gebeurt. De Rijksoverheid heeft hier zelfs een norm voor: eens in de 22 jaar moet een overheidsgebouw worden gerevitaliseerd. Er vinden voortdurend innovaties plaats op technisch, bouwkundig en ergonomisch gebied, waardoor een regelmatige check-up noodzakelijk is. Bij zo’n revitalisatie speelt licht ook een belangrijke rol. Eigenlijk zou een architect standaard een lichtontwerper moeten inschakelen bij elk bouwproject.”
Een voorbeeld
“In de Katholieke PABO in Zwolle wil men inlogplekken maken in de gang. Door ruimtegebrek wilden ze hier werkplekken creëren, een hele lange smalle ruimte met een glaswand. Hoe ga je dat doen met lichtinval? Je maakt van een gang met 100 lux een soort werkplek die zeker 400 a 500 lux nodig heeft. We zijn uitgegaan van bestaande lichtpunten, zonder nieuwe installatie. We maken gebruik van indirecte verlichting waardoor studenten niet rechtstreeks belicht worden. Daarnaast adviseerden we screens die ’s avonds naar beneden komen. Hiermee creëren we een extra reflectievlak waardoor we de armaturen die anders nodig waren geweest terug kunnen brengen.“
“Je verliest geen licht,” legt hij uit, “en je doet het allemaal met de middelen die er al zijn. Je bent dieper met het project bezig dan enkel maar met de kunstverlichting. En dat is precies de rol van de lichtontwerper. We kunnen refurbishen maar is het niet beter om te kijken wat er gedaan is in het verleden en hoe we dit kunnen ‘herstellen’. Je merkt dat opdrachtgevers gevoelig zijn rond een brede analyse van het project.”
Future Lighting 2024
“Ik ben lichtontwerper. Ik ben geen armaturenadviseur en geen calculator. Mijn werk draait om licht, en daar moet meer aandacht voor komen,” zegt hij. “Het zou toch belachelijk zijn als we al onze innovaties alleen zouden richten op het behalen van bepaalde cijfers. Via mijn presentatie wil ik bezoekers uitdagen om nieuwe inzichten op te doen, vooral als het gaat om de status van het lichtontwerp. Ik wil meer verantwoordelijkheidsgevoel creëren bij opdrachtgevers, fabrikanten en leveranciers, zodat we gezamenlijk betere keuzes maken voor de toekomst.”