De Unified Glare Rating (UGR – CIE 117-1995) van een verlichtingstoestel wordt gebruikt om de verblindingsgraad van het toestel te voorspellen in praktische toepassingen en wordt standaard berekend uit het stralingspatroon en de dimensies van het lichtgevend oppervlak van het toestel. Bij de berekening wordt uitgegaan van een uniform lichtgevend oppervlak.
Op Future Lighting 2022 presenteerde Eva Bauwens, die sinds begin 2013 deel uitmaakt van de onderzoeksgroep ‘Laboratorium voor Lichttechnologie’ van KU Leuven – Gent de vernieuwde UGR.
Wat is het probleem?
Voor huidige verlichtingstoestellen op basis van LED technologie is het lichtgevend oppervlak vaak niet uniform en vooral een stuk kleiner dan de afmetingen van het toestel zelf. Bepaling van de UGR op basis van de afmetingen van het toestel geeft dan ook aanleiding tot een lagere berekende UGR waarde. Zo ontstaan praktische toepassingen waarin de UGR waarde aanvaardbaar is, terwijl er toch een hoge mate van verblinding optreedt omwille van de hoge helderheid (luminantie) van de individuele LEDs. Met andere woorden: de lichtconsument wordt niet blij.De oplossing
Het technisch rapport CIE 232:2019 hoopt hieraan tegemoet te komen door de berekening van UGR waarden aan te passen, rekening houdend met het effectief lichtgevend oppervlak i.p.v. met de toestel afmetingen. De bepaling van het effectief lichtgevend oppervlak gebeurt d.m.v. gemeten luminantiebeelden onder gedefinieerde kijkrichtingen.In de video presenteert Eva Bauwens de resultaten van een casestudie, inclusief formules.
In de case study wordt een typisch verlichtingstoestel voor kantooromgevingen onder de loep genomen en wordt nagegaan wat de numerieke verschillen kunnen zijn tussen de conventionele en nieuwe methode ter bepaling van de UGR index.